Af en toe moet je gewoon gek zijn. Om jezelf voor de leeuwen te gooien. Om de slangenkuil in te stappen. Om op woensdagavond op de wielerbaan te fietsen.
Eigenlijk best gek. 6 jaar geleden reed ik voor het eerst op de wielerbaan. Onwennig over het beton. Voorzichtig de zwarte lijn volgen. Wauw! Ik heb de rode lijn aangeraakt. En die snelheid! Als een trage slak. Echt, de tweede keer ging een stuk beter, hoger en sneller. En nu? Eigenlijk niet meer bang, rij hard, zonder handjes (stiekem), uit het zadel sprinten, omhoog, omlaag, kort op het wiel, zwart voor de ogen en doorgaan. Eigenlijk best leuk dat baanrennen! En warm en droog. En als je op de donderdag traint, heb je écht geen zin meer in de woensdag. Maar ja, soms moet je wat.
In de winter is het vaak nat, koud, vies en winderig. Ook vanavond natuurlijk en twee uur in dat weer trainen is echt ruk. Daar wordt je alleen maar ziek van! Dus, ik trok er weer op uit. Naar de wielerbaan. Tussen de trimmers en sportklasse renners. Vierkant door de bochten (écht, op een wielerbaan!), 6 meter achter je voorganger rijden, niet seinen, niet kijken en ga nog maar even door. Ook hilarisch: twee ronden knie-ter-hard op kop rijden, dan eraf en vervolgens niet meer kunnen aanklampen. En daar rij ik tussen. Want ja, van trimmer naar sportklasse. Dus op woensdag op het eigen niveau.
Was het maar weer donderdag. Heerlijk trainen tussen de elite, beloften, junioren en nieuwelingen. Dames en heren die heerlijk kunnen rijden en waar je jezelf veilig voelt. Volgende week maar weer. Ik kijk er al naar uit! En…..dinsdags zijn er de opstap populaires. Een wedstrijd met een viertal baanonderdelen: scratch, leiderswedstrijd, puntenkoers en line lop. Misschien dat ik daar aanstaande dinsdag ook eens mijn kansen ga bekijken.