Tijdens een trainingsrit heb je altijd twee uiterste. Pijn en voldoening. Rust en actief. Overwinnaars en verliezers. Wind mee en wind tegen. Al was vandaag wind tegen in het voordeel.
‘s Ochtends eerst even met de jongste naar de bioscoop. Anderhalf uur lang popcorn en juf roos. Wat was die kleine jongen blij. ‘s Middags mocht papa blij zijn: fietsen! En gelukkig was het droog. Alleen wind.
Tot aan Castricum aan Zee was het wind tegen. Onderweg nog even een paar sprints en Melvin Bos kwam ik nog tegen. Hij reed soepeltjes op de weg naar Egmond. Mijn benen deden alleen maar zeer. Hopelijk op de terugweg ook soepeltjes!
Vanaf Castricum aan Zee nog even een paar extra sprints. De benen deden nog zeerder. Nu maar even rustig aan naar Bergen dan. Ik reed rustig alleen mijn hartslag bleef hoog. De wind leek ook alleen maar tegen. Heb ik weer. Bij ‘t Woud nog even hard omhoog. 12% doet zeer. De rest rustig aan maar de pijn bleef en de wind ook. Pas bij Schoorldam had ik mazzel: wind mee! Tot aan thuis. Beentjes omhoog en niks doen.