De jaarlijkse Westerland Offroad Challenge. De cross van het jaar. Gistermiddag al het parcours uitgezet, en dat was eigenlijk al zwaar. Het gras was nat en zoog.
’s Ochtends eerst weer het ritueel. De fietskleren van West-Frisia zaten bijna onder het stof. Snel afgeklopt en aangetrokken. De kwark met havermout en banaan naar binnen. Twee koppen thee. Een bak koffie. En nog wat water. De auto volgeladen, inclusief droge kleren voor het opruimen van het parcours. En naar Westerland. Eigenlijk een kwartier te laat. Ik wilde op tijd zijn maar dat lukte niet helemaal (luiers, schone kleren, ontbijten, tandenpoetsen….en dat keer 3).
Op Westerland was het al druk. Snel de spullen uit de auto. Schoenen aan, helm op en nog even babbelen met Robbert-Jan Mol. Volgend jaar fietst hij helaas niet meer voor West-Frisia. Dit was zijn laatste wedstrijd in het blauw-geel. Daarna maar even een rondje warmrijden. Dat werd een half rondje. Ik wilde niet te laat bij de start staan.
Bij de start mocht ik in het eerste startvak staan. Met nummer 22 de laatste. Op de eerste startrij klaar om weg te rennen. Pang, en daar gingen wij. 1 uur en 1 ronde. Het parcours was iets anders dan vorig jaar. Op het strand wat meer draaien en keren, een ander stukje over de dijk en achter Kikkert over een ander stuk land. En al het gras was nat. Heel nat. Zo nat dat ik moeite had om vooruit te komen. Die mountainbikes zijn dan duidelijk in het voordeel. Op het paardenlandje werd het vet en gleed ik telkens weg. Toch maar die achterband vervangen eerdaags.
Na 4 rondes was het uur voorbij en begon ik aan mijn laatste. De renner voor mij kwam al dichterbij. En ja hoor, ik zat in zijn wiel. Bij Kikkert reed ik het pad en …. ah nee hè…een lekke achterband. Dan maar lopen op het pad. En op het grasveld maar weer op de fiets. Althans een klein stukje want vooruit kwam ik amper. Lopen, fietsen, lopen, fietsen. Niet echt super. Op de Zandkuilweg maar weer lopen en dat tot aan de finish. Echt balen. Uiteindelijk een 38ste plaats.
Deze herfst heb ik alleen maar op de crosser gezeten en qua bochtenwerk, afdalingen en vertrouwen op de fiets ben ik wel gegroeid. Alhoewel ik dat strand nog steeds niks vind. Ook ben ik dit jaar niet gevallen (vorig jaar nog 5-6 keer). Alleen die conditie moet beter. Ook de kracht in de benen is een stuk minder. Trainen dus. Hopelijk kan ik donderdags wat tijd vrijmaken om weer naar de baan te gaan. Dat wordt wel puzzelen met het werk maar moet lukken.