Eindelijk wat minder warm. Heerlijk. Geen Mediterrane hitte, maar Hollandse zomer. Fietsje pakken, zonnebrand op en gaan met die banaan.
Een lekker rondje om. Genieten van de zon. Genieten van de Hollandse natuur. En genieten van het fietsen. Daar was het vandaag echt zo’n dag voor. Via Warmenhuizen naar Schoorl en dan onder de duinen richting Egmond. Tussen Schoorl en Bergen reed ik over de weg in plaats van het vrijliggende fietspad. Dat rijdt wat lekkerder en is minder druk met 60-plussers op een te snelle elektrische fiets. Een Mercedes haalde mij in en ik er rustig achteraan. Opeens stond hij stil. De overgang van licht naar donker deed mijn kleurenblinde ogen niet zien dat hij remde. Ik remde wel. Te laat. En hard. Over de kop. Met mijn schouder op de achterklep. Mijn knie op het asfalt. En mij fiets? Eerst even kijken. Niks aan de hand. Geen slag in mijn wiel. Geen scheuren. De bestuurder komt en vraagt hoe het gaat. Goed, zeg ik. Een andere bestuurder komt en vraagt hoe het gaat. Goed, zeg ik. Alles doet het nog. Je hebt bloed op je knie. Klopt. Gaat wel over. Waarom kijk je eerst naar je fiets? Ik ben net begonnen met trainen en ik moet nog 2 uur. Dan heb ik wel een goede fiets nodig. Ah, ok. Hoe is het met de auto? Klein deukje. De bestuurder heeft mijn nummer voor de schade. Hij gaat weg. Ik voel nog eens aan mijn schouder. Dat worst een paar dagen een beurse schouder. Fiets pakken en gaan.
Richting Egmond aan den Hoef ging het lekker. Mooi weertje. Weinig wind in het bos. Goed vertoeven zo. Via de duinen naar Castricum aan Zee, ook mooi daar hoor. Via Castricum en Limmen naar Alkmaar. In de stad was het weer heerlijk warm. Langs het Noordhollandsch kanaal stond er toch wel wind. Dat begon ik na 2 uur fietsen wel te voelen. Maar goed, bijna thuis.
Thuis stond vrouwlief al te wachten. Er zit wel een gaatje in je shirt, zei ze. Shirt maar even uit en kijken wat eronder zit. Een grote rode plek. Dat wordt lekker slapen. Inotyol erop en herstellen maar. Het beurse gevoel zal ik nog wel een paar dagen houden. En wat vond vrouwlief van het verder trainen? ‘Je bent gek’. Klopt, zoals een echte wielrenner betaamd, pakt hij eerst zijn fiets en dan pas zichzelf.