De jaarlijkse cross op het voormalig eiland Wieringen: de Westerland Offroad Challenge. Zwaar, nat, koud, prut, vies, moe, stuk, lek. Dat is altijd wat er door mijn hoofd speelt als ik aan deze cross denk. Ook dit jaar.
Vorig jaar had ik pech en moest ik de laatste ronde lopen. Een lekke band gooide prut in het eten. Dat was erg balen. Ook had ik mij verkeken op de kleding. Iets teveel kleren aan waardoor ik het te warm kreeg. Dit jaar dus in kort-kort. Althans, dat dacht ik tot de start. Maar niet getreurd, ook dit jaar in lang-lang. En ja hoor, na het afrijden van de camping was de temperatuur al aardig op weg richting kookpunt. Door de straffe westerwind was er geen strand, en had de organisatie voor een alternatief gezorgd. Een smalle strook zand waarbij missturen geheid een nat pak opleverde. Niet mijn favoriet (het zand én het natte pak).
Al gauw had het volledige veld mij voorbij gereden, had ik al kennis gemaakt met de ondergrond van het vernieuwde parcours en vervloekte ik mijzelf dat ik amper getraind heb dit jaar. Vorig jaar kon ik het nog volhouden maar dat jaar was het echt triest. Misschien wel té triest!
Dus wat rest: parcours opruimen, fiets in de achterbak, kop warme groentesoep bij Strandhuys Lutje en maar gauw weer trainen.
Hoogtepunt van de dag: Sem die meereed bij de jeugd. Mooi op dat kereltje te zien stunten en fietsen op zijn mountainbike!