Een havik. Een middelgrote roofvogel die in een snoekduik zijn prooien pakt. Snelheden van 80 km/uur zijn geen uitzondering.
Vandaag was er ook zo’n havik op de baan. Niet dat hij de overige renners verschalkt. Maar laten sterven in zijn wiel met hoge snelheden waren zeker geen uitzondering. Yoeri Havik. Renner bij Raleigh. Rijdt veel zesdaagsen. Heeft wat van die gouden ronde plakken thuis. En vandaag gewoon even trainen. Gewoon. Pfff. Het deed gewoon zeer.
Herman Schenk had bij aanvang het bord al op 100 rondes gezet. 25 kilometer trappen. Op tempo. En dan opeens mag Havik op kop. En dat hield ik even vol. Echt, eventjes. Mijn benen wilden niet harder ronddraaien. Dan er maar af. Onderin rustig doortrappen. Uiteindelijk wist drie man het nog 10 rondes vol te houden. Daarna reed hij alleen. Wat een benen.
Verder kreeg ik bij het onderdeel aanzetten last van mijn kuiten. Kramp? Nu al? Hmmm. Maar even rekker. En dat hielp. Daarna kon ik in ieder geval weer trappen. Na het sprinten volgde de pauze. Gelijk maar even mijn zadel controleren. En ja hoor, mijn zadel was gezakt! Even weer goed zetten en vastdraaien en weer trappen!
Na de pauze werden nog wat oefeningen gedaan waarbij mij opviel dat ik wel heelvaak met z’n tweeen het peloton moest inhalen. Misschien ziet Herman potentie in mij!
Het schoudertje viel niet tegen. Heerlijk om weer te fietsen!